Informatie: Peckoltia vittata is een relatief vredelievende vis, die zonder al te veel problemen met vissen van allerlei formaat kan worden gehouden. Aanvankelijk houdt deze meerval zich overdag meestal verscholen, om tegen de avondschemer zijn schuilplaats te verlaten op zoek naar voedsel. Maar eenmaal gewend aan zijn nieuwe omgeving ontpopt deze vis zich echter vaak als een – zeker voor Harnasmeerval -begrippen – zeer ondernemende en weinig schuwe vis. Ze kunnen een lengte bereiken van zo’n 10 tot 12 centimeter.
Deze soort kan zowel alleen als met een aantal soortgenoten gehouden worden: indien een groepje van deze vissen wordt gehouden moet, zoals alle Harnasmeervallen, er voldoende ruimte aanwezig zijn voor de vissen om een klein territorium op te kunnen zetten. Ook moeten er voldoende schuilplaatsen in de vorm van planten, rotsen en kienhout voorhanden zijn. Wordt hieraan niet voldaan, dan kunnen deze kleine vissen onderling, maar ook tegen andere bodembewoners, nogal onverdraagzaam worden.
Herkomst
Zuid Amerika: Pará, Rio Tocantins, Catemá, Brazilië.
Dieet
Meervallen van het geslacht Peckoltia staan te boek als alleseters, en zullen om die reden, als ze eenmaal geacclimatiseerd zijn, weinig problematische eters zijn. Zowel dierlijk voer als pellets, insectenlarven (muggenlarven, bloedwormen), tubifex, krill en garnaaltjes, alsook plantaardig voedsel (algentabletten, verse geblancheerde groenten, algen) worden probleemloos aangenomen.
Daarnaast raspt deze soort graag aan de organische laag die zich vormt op verzonken oppervlakken (kienhout, rotsen, bladeren, aquariumruiten), eet sporadisch ook zacht hout, en is, zoals veel (Harnas)meervallen niet te beroerd om etensresten die zijn achtergelaten door andere vissen op te ruimen.
Het Aquarium
Deze fraai getekende, kleinblijvende meerval geeft de voorkeur aan een gedimd aquarium met veel schuilplaatsen, in de vorm van planten, kienhout, rotsen en/of kunstmatige grotten. Om meerdere exemplaren van deze soort te houden, of om deze soort samen met andere bodembewoners te houden, is een aquarium van 100×40 centimeter benodigd, aangezien de soort vrij territoriaal kan zijn. Bij een gebrek aan geschikte schuilplaatsen kan de Candy Stripe Pleco zich nogal agressief tegenover andere bodembewoners gedragen. Indien het de enige bodembewoner in het aquarium is, is een aquarium van 80x35cm. voldoende. Jonge exemplaren kunnen probleemloos tijdelijk in kleinere aquaria gehouden worden, zolang er maar voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.
Deze soort doet het het beste in zacht, licht zuur tot neutraal water, rijkelijk voorzien van zuurstof en met veel stroming, maar kan zich ook aanpassen aan omstandigheden die minder overeenkomen met die in het wild. Een sterk filter is belangrijk, aangezien deze vis gezien zijn proteine-rijke dieet behoorlijk veel afvalstoffen produceert.
L015 kan het beste gehouden worden in water met een temperatuur van zo’n 22 tot 30 graden Celsius. De pH mag lopen van 5.0 tot 7.5.